Bij het kopen van onroerend goed betaalde je ‘vroeger’ altijd 6% overdrachtsbelasting. Je maakte het over aan de notaris en die droeg het af aan de Belastingdienst (de overheid ontving in 2021 in totaal ruim 3,8 miljard euro aan overdrachtsbelasting).
Als het onroerend goed binnen 3 maanden na de levering opnieuw werd overgedragen, was er niet twee keer overdrachtsbelasting verschuldigd. De afgelopen jaren zijn de regels voor overdrachtsbelasting uitgebreid en steeds weer gewijzigd. De 3 maanden termijn werd eerst 6 maanden, toen tijdelijk een jaar (ook nog even kort 36 maanden!), en is nu al enige tijd 6 maanden. Het tarief ging van 6 naar 8%, maar is soms 2% (voor een ‘woning‘), en onder voorwaarden zelfs nul (de zogenaamde ‘startersvrijstelling’ voor -kort gezegd- woningkopers tussen 18-35 jaar die hun eerste woning tot €400.000 kopen). Op 1 januari 2023 verandert er weer wat.
Twee belangrijke aanpassingen per 1 januari zijn:
a. de grens voor de startersvrijstelling wordt €440.000. Voor starters kan het -als de koopsom van de woning tussen de €400.000 en €440.000 ligt- verstandig (en veel goedkoper!) zijn de overdracht uit te stellen naar ná 1 januari 2023.
b. het tarief gaat van 8 naar maar liefst 10,4%! Voor kopers van onroerend goed waar dit tarief voor geldt kan het verstandig (en veel goedkoper!) zijn de overdracht te vervroegen naar vóór 1 januari 2023.
Het kan dus overdrachtsbelasting schelen door op tijd actie te ondernemen als zich een van deze 2 situaties voordoet. Voor vragen en advies staan wij klaar!